×

De onderneming (2015)

fragment uit toneelstuk

Twee collega’s maken bereiden zich voor op een belangrijke meeting met een klant.
Sophie op. Ze draagt een chic mantelpakje. Ze kijkt wat in een spiegeltje, rommelt wat aan d’r haar.
Jelle op. Hij heeft een mooi pak aan.

 

JELLE
Zo. Ben je er klaar voor?

SOPHIE
Wauw. Jelle. Heb je dat gewoon in je kast hangen?

JELLE
Maar jij ook… je haar… meestal heb je het anders.

SOPHIE
Je doet net even wat meer je best. Maar dat pak van jou. Het is echt… je ziet er echt goed uit.

JELLE
Jij ook. Prachtig. Ik bedoel… Ik had nog nooit echt zo…

SOPHIE
Wat had je nog nooit echt zo?

JELLE
Het maakt natuurlijk verder niks uit, daarvoor kom ik hier ook niet, maar opeens kijk ik, en denk ik: zo, mooi.

SOPHIE
Dankje.

JELLE
Ja?

SOPHIE
Omgekeerd ook. Ik moet eerlijk zeggen… dit is toch wel echt even… echt een vent staat er voor me.

JELLE
Een vent?

SOPHIE
Ja.

JELLE
En hiervoor dan? Wat was ik hiervoor.

SOPHIE
Gewoon, een jongen met een laptop. Zo’n jongen die de hele tijd bezig is. Waar je een lieve arm omheen zou willen leggen. Omdat je het allemaal gewoon een beetje zielig vindt voor die jongen. Maar nu dus een vent. En als vrouw… ja… nou ja… hoe zeg je zoiets…

Stilte. Jelle wendt zich van Sophie af.

SOPHIE
Zeg ik iets verkeerds? Gaat het wel goed?

JELLE
Zo’n zielige jongen, waar je een arm omheen zou willen leggen… de laatste dagen voel ik me zo.

SOPHIE
Oh, dat kan nu echt niet, hoor.

JELLE
Ik zou graag met jou en Hannah willen praten.

SOPHIE
Oh. Is het belangrijk?

JELLE
Het gaat over…

SOPHIE
Kan het ook later?

JELLE
Ja. Ja, dat kan.

SOPHIE
Je bent altijd zo opgewekt.

JELLE
Als we maar niet te lang wachten. Maar goed, we krijgen een klant.

SOPHIE
Ja, precies. Even geen gedoe. Is niet handig nu.

JELLE
Waar blijft Hannah?

SOPHIE
Je blijft toch wel voor ons werken? Toch, Jelle?

JELLE
Ik heb er niks mee te maken natuurlijk, maar Hannah is wel vaak erg laat. Is dat voor jou gewoon oké?

SOPHIE
Ik ken haar niet anders.

JELLE
Stoort het je niet?

SOPHIE
Ik weet het niet. Ik zit vaak op haar te wachten.

JELLE
Wil je dat zo laten?

SOPHIE
Wat zou ik dan moeten zeggen?

JELLE
Zeg gewoon: Hannah, ik wil graag één ding eerlijk tegen je zeggen: ik vind het moeilijk dat ik elke ochtend op jou zit te wachten.

SOPHIE
Ik ben al blij als ze – net als wij – ook iets moois draagt. Iets officieels. Ze heeft een zwart jasje, dat zou perfect zijn nu, ik hoop zo dat ze dat heeft aangetrokken. Jelle, maar nog heel even over mij. Als je naar mij kijkt, als man, of gewoon als mens, of als iets, maakt niet uit, mag je zelf kiezen, maar je hebt dus wel zoiets van: wauw.

JELLE
Ja. Jazeker.

SOPHIE
Oké. Ja, nee, ik vraag het, omdat, kijk die man die zo meteen komt… hij zal niet de laatste zijn aan wie we onze sokken moeten verkopen. Ik zal een handelaar moeten worden, en dan helpt het natuurlijk wel als ik, wat jij zegt, dat ik mooi ben, nou ja, dat maak ik op uit jouw woorden, in elk geval heb je niet zoiets van: gatver.

JELLE
Zullen we nog even naar de laatste dingetjes kijken?

SOPHIE
Ja… ja graag.
Vergeet het… wat ik allemaal zeg. Ik heb een slechte nacht gehad. Simon lag de hele nacht wakker. Hij ging er de hele tijd uit en dan er weer in. Precies als ik iets belangrijks heb.